bewegenHoe we bewegen, daar zijn we ons meestal niet van bewust. Wij doen het constant en het gaat grotendeels vanzelf, zonder dat we erbij stil staan. We vervormen ons lichaam continu. Ja, ook wanneer we slapen. Tijdens het inademen hebben we een andere vorm dan wanneer we uitademen. Wanneer je zit is je vorm anders dan wanneer je staat. De variatie is eindeloos en het heeft invloed op het hele lichaam. Wanneer je ‘in vorm’ bent, voel je je goed, gaat alles als vanzelf en heb je energie te over.

Dat veel van onze vervormingen/bewegingen/ voorbewust gestuurd worden, lijkt aanvankelijk moeilijk aan te nemen, toch is dit zo.
We hebben zo een zevenhonderd spieren en tweehonderd gewrichten die wij aansturen, toch voelen we ons als één geheel, en niet in stukjes. We kunnen tijdens onze dagdagelijkse activiteiten onmogelijk aandacht geven aan elk van deze spieren of gewrichten, dit houdt in dat een groot deel van wat we doen ‘automatisch’ gebeurt.
Bovendien heeft elke beweging invloed op de rest van ons lichaam, hoe klein deze beweging ook is. Gelukkig maar, we zouden er anders niet in slagen om bv in evenwicht te blijven.

Tijdens het joggen hoef je er niet over na te denken waar je je voeten gaat neerzetten, toch vermijd je als vanzelf erg veel obstakels zoals putten in het wegdek, drempels en geparkeerde auto’s.

Een vriend kreeg een nieuwe functie in een andere vestiging van het bedrijf waarvoor hij werkt, hij zou vanaf nu naar Brussel moeten, terwijl hij daarvoor in Antwerpen werkte. De eerste weken merkte hij tot zijn eigen grote verbazing dat hij enkele keren op de autosnelweg naar Antwerpen reed, uit pure gewoonte, hij stond op ‘automatische piloot, toch maakte hij geen ongelukken en reed hij niet door het rode licht.

Leren wij iets nieuws, of vraagt een taak veel aandacht, dan bereiden we ons voor eer we er aan beginnen. We creëren de voorwaarden, de waarden ervoor dus, om het zo goed mogelijk te laten verlopen. Een voorbeeld uit de sport, een hoogspring(st)er verbeeldt zich de sprong vooraf reeds enkele keren in het hoofd, de échte sprong verloopt nadien beter gecoördineerd.

Bewegingen zijn doelgericht. Je wil bijvoorbeeld de telefoon vastnemen of de deurkruk. Hoe je iets vastneemt hangt ook af van wat je er nadien mee doet. Een glas hou je op een andere manier vast als je er water inschenkt dan wanneer je het bijvoorbeeld in de kast zet. Als we ons verplaatsen, begeven we ons van punt A naar punt B, bijvoorbeeld van de deur naar de brievenbus. Vaak is dit een aaneenschakeling van complexe handelingen.
Hoe soepeler en beter gecoördineerd we die handelingen kunnen uitvoeren, hoe natuurlijker, veiliger en energiezuiniger dit verloopt.

Bewegen… Meestal gaat ‘het’ vanzelf. Maar soms dan gaat het fout en komen er (pijn)klachten.

Lees meer over het ontstaan van klachten.